Door Ying-Tzu Lin, Planoloog, MSc UVA, PHD, doet promotieonderzoek op Amsterdamse markten
In de menselijke geschiedenis begonnen steden met markten. De Duitse socioloog Max Weber onderzocht de relatie tussen de economie en de samenleving. Door de stedelijke typologie te bestuderen, wees hij erop dat in bij de vorming van de menselijke beschaving de essentie van de stad werd gevormd door een markt. Mensen van over de hele wereld kwamen samen; om elkaar te ontmoeten, hun oogsten te verhandelen en de eigen voorraden aan te vullen met essentiële producten.
Van rondtrekkende en wisselen markten, zijn markten door de tijd heen uitgegroeid tot de plaats waar service- en informatie werd aangeboden tegelijk met marktproducten. Mensen begonnen zich te settelen, de infrastructuur werd verbeterd, er werden muren om de stad gebouwd. En er ontstonden structuren om ervoor te zorgen dat de stad ook kon worden bestuurd, om nog beter handel te kunnen bedrijven. Klinkt dit bekend? Ja, de stad Amsterdam is ook op deze wijze begonnen.
Maar in deze tijd lijken we dit soms te vergeten. De industriële voedselproductie nam veel werk van boeren en slagers op de markt over. De huidige agri-fabriek (24 uurs kassen) biedt overvloedige en goedkope groenten en fruit. In de supermarkt worden de seizoensgebonden groenten en fruit worden het hele jaar door verkocht. Onze spijsverteringssysteem is de verbinding met de aarde verloren, seizoenen en de natuur verdwijnen naar de achtergrond. We zijn eraan gewend geraakt dat voedsel is voorbewerkt en gemakkelijk te bereiden is. Tegelijkertijd raken we vervreemd van een gezond dieet en een goede smaak.
Gelukkig worden op een paar plekken in Amsterdam, en ook ver daarbuiten nog de oude waarden van ‘de markt’ hoog gehouden. Zo ook bijvoorbeeld in mijn eigen woonplaats Taipei. Daar worden op straatmarkten nog steeds behoorlijk wat groenten, fruit en vis verkocht, bepaalt door de seizoenen en de vangst van de dag. Daar wordt voedsel in de oorspronkelijke vorm bewaard: de boerenkool met volle bladeren (in plaats van versnipperde in de supermarket voor stamppot), vissen met hoofden en botten; en verse bamboescheuten uit het veld in de vorm zoals ze van het land afkomen. Dit behoudt de goede traditie van een dieet in harmonie met de natuur.
Maar meer dan alleen ‘eten’ zijn markten als openbare ruimte ook een ‘Kontakthof’ voor sociale ontmoetingen. Als je over een markt loopt zal je steeds weer nieuwe mensen tegen komen. En… worden verrast door nieuwe producten op de markt. Door nieuwe en andere voedingsproducten te ontdekken, krijg je nieuwe kookinspiratie. Ook wissel je er buurtnieuws uit, roddelt of praat lekker bij met willekeurige medemarktgangers. Het zijn de typische marktinteracties van mensen zoals de Duitse choreografe Pina Bausch in haar beroemde stuk ‘Kontakthof’ portretteert. Het zijn de kleine gebaren, eenvoudige schuifelende danspassen, slinkse glimlachjes en de geluiden van (markt)koopmannen en -vrouwen en de verschillende kleuren (van voedsel). Juist deze kleine fonkelingen van het moment maken het leven in de openbare ruimte van de stad zo aangenaam!
De Britse stadsgeograaf Sophie Watson deed langlopend onderzoek naar marktplaatsen in het Verenigd Koninkrijk. In vergelijking met de ‘shop and go’-stijl van commerciële supermarkten, betoogt ze dat marktplaatsen de culturele diversiteit en rijke sociale ontmoetingen in stedelijke openbare ruimtes vertegenwoordigen. De dagelijkse interactie tussen marktgangers en verkopers is onvervangbaar. Als de snelle zelfscan betaalmethode, de koude airconditioning en de fel verlichte supermarkt het moderne leven vertegenwoordigen, dan biedt de kleurrijke en smakelijke straatmarkt toekomst voor de menselijke samenleving.
Vooral tijdens de laatste lockdown met avondklok in de COVID wintermaanden, werden markten een van de weinige plaatsen waar we nog sociale interactie met anderen konden hebben. Oude lege zaterdagmarkten werden weer populair bij thuiswerkers, die daar kon rondslenteren en genieten van streetfood. Markten die vroeger werden bezet door toeristen en souvenirwinkels geven nu de ruimte weer terug aan de lokale bevolking. Met meer ruimte voor terrassen, kwamen mensen terug om te zitten rond de markten, te socializen en te praten met andere mensen. Hierdoor realiseren we ons dat de ‘ouderwetse’ markt ons nooit heeft verlaten en nog steeds een belangrijke rol speelt in de stad.
Een kleinschalige markt als de Zuidermarkt staat voor de solidariteit van lokale gemeenschappen en de wil om een meer duurzame levensstijl te leiden. En dat laatste onderstreept ook mijn laatste punt: markten zijn ook een plek voor innovatie. Elk nieuw idee begint klein. Ze hebben plaatsen nodig om te testen, te groeien, fouten te maken en vervolgens te verbeteren. Door het beoefenen van het runnen van een lokale markt, experimenteert de gemeenschap met nieuwe ideeën in de oudste en meest originele vorm van de stad. Is dat niet mooi om te vieren?